Sinds begin 2017 bundelden Vlaamse en Nederlandse bodemexperts de krachten in het project Leve(n)de Bodem. Via kennispendelaars, ondernemersgroepen en talrijke demonstraties reikten ze land- en tuinbouwers oplossingen aan voor een beter organische stofgehalte, een betere bodemstructuur en een gezondere nutriëntenmix. Met praktijkgerichte tools kunnen telers voortaan zelf – of met de hulp van een expert – hun bodemkwaliteit evalueren en waar nodig bijsturen.
“De ‘
BodemIDee’ geeft een mooi beeld van de chemische, biologische en fysische kwaliteiten en werkpunten van een perceel”, verduidelijkt Mieke Vandermersch, adviseur land- en tuinbouw in de provincie Vlaams-Brabant. “De ‘
BodemBox’ maakt een schatting van de kostprijs van bepaalde bodemverbeterende maatregelen. De ‘
Beslisboom Groenbedekkers’ laat op zijn beurt zien welke groenbedekkers het meest geschikt zijn in een specifieke situatie.” De website
www.levendebodem.eu is een verzamelpunt voor alle informatie en nieuwe inzichten.
Bedrijfsbezoek bij innovatieve aardappelteler Jacob van den Borne

Om alle verzamelde kennis te laten doorstromen naar de individuele landbouwer organiseerden de projectpartners regelmatig een studiedag of demo. Met het einde van het project in zicht, deelden ze alle resultaten met de sector tijdens een slotbijeenkomst op 5 september. Daarvoor waren ze te gast op het aardappelbedrijf van den Borne in Reusel, Nederland. Jacob van den Borne is een van de pioniers in precisielandbouw. Hij gebruikt onder meer automatische besturingssystemen, bodemscans en dronebeelden. Via sensoren verzamelt hij data voor zijn rijbemesting, variabele bemesting of bijmesting.
De slotstudiedag startte met een rondleiding op het bedrijf. In de namiddag nam Adri Bossers, bestuurder bij de Nederlandse landbouworganisatie ZLTO, eerst het woord. Daarna duidde Anne Gobin van VITO nog eens op het belang van de bodem. “Een gezonde bodem zorgt ervoor dat gewassen extreme periodes beter kunnen overbruggen”, klonk het. Het plenaire deel werd afgesloten met een overzicht van de projectresultaten en een kort filmpje dat toont hoe de BodemIDee in één oogopslag de bodemkwaliteit visualiseert. “Met eenvoudige instrumenten, zoals een prikstok en een bandenspanningsmeter, komen land- en tuinbouwers al heel wat te weten. De aanwezige landbouwers kregen beide werkinstrumenten mee naar huis, zodat ze er meteen mee aan de slag kunnen gaan in de praktijk”, vertelt Franky Coopman, adviseur bodem en bemesting bij Inagro.
Bodemvruchtbaarheid, bodemverdichting en bodembewerking

Nadien volgden drie praktijkgerichte sessies. In samenwerking met verschillende firma’s deelden de bodemexperts waardevolle tips. Annemie Elsen van Bodemkundige Dienst van België en Cees Oele van Delphy gingen dieper in op de opbouw van organische stof als basis voor bodemvruchtbaarheid. Gert Van de Ven van Hooibeekhoeve toonde aan dat een bewuste machinekeuze belangrijk is bij bodembewerking. Dat konden de deelnemers meteen ontdekken via demonstraties van een spitmachine (firma Imants), de ecoploeg (firma Koeckhoven) en strip till (firma Vermac). “De juiste keuze maakt een groot verschil voor het bodemleven”, klonk het in die sessie. Tot slot demonstreerden de firma’s Paridaans en Mitas hoe land- en tuinbouwers verdichting kunnen vermijden met respectievelijk een bandendruksysteem en nieuwe bandentechnologie. Zo bleek dat aandacht voor bodemverdichting noodzakelijk is voor een goede gewasopbrengst.
Grensoverschrijdend netwerken en kennis uitwisselen
Net als bij de andere demo’s en studiedagen in het project was er ook tijdens het slotevenement tijd om met collega’s en experten kennis en ervaring uit te wisselen. Tijdens de lunch en de netwerkreceptie stelden de partners de verschillende praktijkgerichte proeven en resultaten uit het project voor. “De afgelopen drie jaar legden we een grote diversiteit aan proeven aan”, vertelt Mieke Vandermersch. “Zo gingen we na hoe we meer organische koolstof in de bodem kunnen brengen, via groenbedekkers, traditionele organische materialen of innovatieve materialen, zoals bokashi en houtsnippers.” Ook technieken om bodemverdichting te vermijden, methodes om de bodem te bewerken en het effect van mulch en biostimulantia kwamen aan bod in de proeven.
Over het project
Het Interreg-Vlaanderen-Nederland-project Leve(n)de Bodem startte begin 2017. De partners in het project zijn Inagro, Proefboerderij Rusthoeve, het departement Omgeving van de Vlaamse overheid, PIBO-campus, PCG, Provincie Vlaams-Brabant, Hooibeekhoeve, ZLTO. Daarnaast werkten Delphy, Bodemkundige Dienst van België, KBIVB, Nationale Proeftuin voor Witloof, PCA, bodemadviseur Stefan Muijtjens bodemadviseur en HAS Hogeschool mee.
Het project werd voor 50 % gefinancierd via Interreg. De overige 50 % werd bijgedragen door de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Antwerpen, Belgisch-Limburg, Nederlands-Limburg, Noord-Brabant en Zeeland en het departement Omgeving van de Vlaamse overheid.
Het project Leve(n)de bodem is gefinancierd binnen het Interreg V-programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. • Meer info: www.grensregio.eu