Op 10 referentiepercelen verspreid over West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Henegouwen worden telkens drie gele vangbakken geplaatst. In de periode juli tot half oktober worden wekelijks tellingen van het aantal witloofmineervliegen uitgevoerd. De waargenomen populatiedichtheid wordt vergeleken met een economische schadedrempel en op basis hiervan wordt door Inagro een waarschuwingsbericht opgesteld, eventueel gekoppeld aan een bestrijdingsadvies. Dit gebeurt steeds per regio gelegen rond een referentieperceel of waarnemingsveld.
Er zijn geen links beschikbaar.